Bruut broezen.

Laatst zag ik een filmpje van Henk de Haan. Misschien ken je hem wel. Een vrolijke, enthousiaste man. In het filmpje wordt hij geïnterviewd door een lokale omroep. Henk heeft een Arabische oliesjeik benaderd omdat FC Groningen in financiële nood verkeert. Aan het einde van het filmpje gooit hij er een dijk van een oneliner uit: ‘Broezen!’
Tot een paar dagen geleden was broezen voor mij niets meer dan een woord. Iets wat bepaalde moeilijk te definiëren Groningers zeggen in moeilijk te definiëren situaties. Wat het betekende, had ik nog nooit ervaren. Tot dit weekend. De gelegenheid deed zich voor om in een auto te scheuren. En wat voor één: een brute, Zweedse Saab Turbo.

De verhalen die ik over de Saab Turbo heb gehoord, zijn lyrisch, vooral de turbo zou hemels zijn

Ik ben geen auto-man, nooit geweest ook. Op de basisschool had je jongens die precies wisten welke BMW ze later wilden hebben. Ik zag meer in LEGO, kwaliteitsspul waarvoor je niet op later hoefde te wachten. Sinds ik mijn rijbewijs heb, is hier weinig aan veranderd. Een auto is vervoermiddel, meer niet. Hoe duurder een auto is, hoe groter de geldverspilling.
Met deze ietwat gereserveerde instelling stap ik in de trouwe vierwieler. De verhalen die ik erover heb gehoord, zijn lyrisch. Vooral de turbo zou hemels zijn. Ietwat zenuwachtig start ik de auto en zet ik hem in z’n achteruit. Een monsterachtig gebrul klinkt wanneer ik het gaspedaal indruk. Een enorm verschil met de Japanse koekblikken waarin ik les heb gehad. Vol spanning rij ik de weg op en laat het woonerf achter me. Eenmaal op de autoweg duurt het niet lang voordat ik me ontketend voel. Wat een genot, wat een sensatie. Hiervoor zijn auto’s gemaakt: scheuren over het asfalt. Tijdens het rijden, zie ik Groningen op de borden staan. Ik kijk ernaar en kan maar aan één ding denken: broezen, het enige juiste woord voor wat ik nu aan doen ben. De brullende brrrr, het gieren van de motor in de oeee en het slippen van de banden in de zzzen. Mooi man.