De Stenen van Stad, deel 3: Pakhuis London

Het is zoals de Groningse zanger Rikkert Zuiderveld al eens zong:  ‘Als de stenen konden spreken, zou ik zwijgen als het graf, maar zolang de stenen zwijgen, zal ik spreken.’ Aan de hand van Groninger gebouwen verhaalt Menno over stadse geschiedenissen. Deze maand: Pakhuis London.

Voormalig pakhuis London aan de Hoge der A, Groningen

De Hoge Der A is één van de meer fotogenieke straten van Groningen. De statige panden en oude pakhuizen aan de stadsgracht sieren vele promotiefolders en ansichtkaarten. Het witte Pakhuis London is te midden van al deze pracht en praal een ware blikhanger. Dit rijksmonument dateert uit de vijftiende eeuw en is kenmerkend voor een belangrijk deel van de geschiedenis van Stad.
Vanaf 1200 verenigden kooplui zich al om elkaar bij te staan met raad en daad. Ze verleenden elkaar bescherming op reis en behartigden hun belangen gezamenlijk. Groningen maakte deel uit van het Hanzeverbond. Dit was oorspronkelijk een samenwerkingsverband tussen kooplieden die vanuit verschillende steden dezelfde producten verhandelden. In 1356 werd in het Duitse Lübeck besloten dat het een verbond van steden werd. Het netwerk strekte zich uit van Londen tot Novgorod en van Bergen tot Krakau. Tot in de zestiende eeuw bleef het Hanzeverbond een enorme stimulans voor de handel in het gebied rond de Noord- en Oostzee.

Pakhuis London deed dienst als graanpakhuis

Er werd met name gehandeld in granen, vis, zout, wijn, bier, laken en dierenhuiden. Op de Vischmerckt (Vismarkt) en de Breede Merckt (Grote Markt) werden de producten die in Groningen aankwamen verhandeld, om zo hun weg naar de provincie en andere delen van Nederland te vinden. Naarmate de handel intensiveerde, nam ook de noodzaak tot opslag toe. Pakhuis London deed dienst als graanpakhuis. Het pand heeft nog altijd een trijshuisje, een uitgebouwde kap in de topgevel van het pand. In het trijshuisje zat de hijsbalk, die werd gebruikt om goederen omhoog en omlaag te brengen.
Het Hanzeverbond hield in de zestiende eeuw niet langer stand, maar het pakhuis bleef nog lange tijd in gebruik. Want waar de handel bleef, bleef uiteraard ook de noodzaak tot opslag. Vroeg in de achttiende eeuw begon de familie Marinus echter met een verbouwing van het pakhuis tot woning. Het familiewapen van de familie Marinus prijkt sindsdien op de gevel in de vorm van twee kleine tegels. Het draagt de beeltenis van een meerman, de mannelijke variant van de meermin.

Achter de imposante voorgevels vind je heel normale studentenkamers

Het wapen duidt op een zekere welvaart en het feit dat Egbert Marinus destijds muntmeester van de stad was, bevestigt dat.
Gedurende het grootste deel van de twintigste eeuw zat J.H. Waterborg Zakkenhandel in het pand. Het bedrijf maakte jute- en andere zakken om producten te vervoeren en op te slaan. In 1980 kwam het pand in handen van stichting Ruimzicht, die het liet restaureren. Er werden twaalf studentenkamers in gevestigd en die zijn nog altijd in gebruik. Het is bijzonder dat een rijksmonument bewoond wordt door studenten. Het inmiddels gestopte studentenprogramma STUG van Oog Radio en Televisie kwam er in 2010 over de vloer. Achter de imposante voorgevels vind je heel normale studentenkamers, met het balkon aan de grachtzijde als hoogtepunt. De bewoners van Pakhuis London zijn maar wat blij met hun onderkomen en dichten er zelfs over. ‘In een graanpakhuis aan de gracht moet je weten,/ worden heel wat kratten bier versleten.’