De Stenen van Stad, deel 7: Praediniussingel 59

Het is zoals de Groningse zanger Rikkert Zuiderveld al eens zong:  ‘Als de stenen konden spreken, zou ik zwijgen als het graf, maar zolang de stenen zwijgen, zal ik spreken.’ Aan de hand van Groninger gebouwen verhaalt Menno over stadse geschiedenissen. Deze maand Praediniussingel 59.

prae1

Nog net binnen de grachten van het centrum, vlak bij de Westerkade vinden we de Praediniussingel. Die straat, vernoemd naar de zestiende-eeuwse rector en onderwijzer Regnerus Praedinius, kent meerdere rijks- en gemeentelijke monumenten. Het meest in het oog springt het bouwwerk op nummer 59. Laat je niet in de luren leggen door het feit dat dit pand hier niet met een pakkende bijnaam is gepresenteerd: dit gebouw heeft meerdere functies en namen gekend, waardoor het oneerbiedig zou zijn hier nu één de overhand te geven: we houden het hier maar bij straatnaam en huisnummer.

Vanaf de bouw in 1894 was het gebouw aan de Praediniussingel eerst lange tijd gewijd aan geschiedenis en cultuur

Als je behoefte hebt aan een meer zeggende aanduiding, dan zou Voormalig Groninger Museum niet misstaan. Voormalig Natuurmuseum Groningen kan natuurlijk ook. Kijk je liever naar de huidige functie, dan is het een gebouw van Academie Minerva van de Hanzehogeschool. In 2010 startte de verbouw van de relatief nieuwe locatie van deze academie. Daarvoor huisde Minerva alleen in het markante gebouw aan het Gedempte Zuiderdiep (een ontwerp van Piet Blom).
Vanaf de bouw in 1894 was het gebouw aan de Praediniussingel eerst lange tijd gewijd aan geschiedenis en cultuur. De stichting Museum van Oudheden voor de Provincie Groningen had 100.000 gulden verzameld voor de bouw van een museum. Voorzitter van die stichting was historicus en jurist Johan Adriaan Feith, naar wie een zijstraat van de Hereweg is genoemd, en, nog bekender, het huidige grand café het Feithhuis aan het Martinikerkhof.

minerva-gevelpraedinius2

De architectuur van het Praediniussingel 59 lag in handen van rijksbouwmeester Cornelis Peters. Peters werd in 1847 in Groningen geboren en groeide uit tot een toonaangevende architect. Hij ontwierp veel postkantoren, waaronder het monumentale Hoofdpostkantoor van Amsterdam. Het station van Nijmegen is ook van zijn hand en verder restaureerde hij onder meer de Ridderzaal in Den Haag en paleis Het Loo bij Apeldoorn.
Peters ontwierp vooral in neo-gotische stijl. De gevels van het pand aan de Praediniussingel zijn opgetrokken uit oranje-rode baksteen. De vensters liggen verdiept, met kenmerkende segmentbogen. Witte speklagen en waterlijsten verlevendigen de gevel, omdat ze contrasteren met de bakstenen. De stenen trap en de dubbele, houten toegangsdeuren completeren het indrukwekkende pand. Het hedendaagse gebouw lijkt nog als twee druppels water op het oorspronkelijke ontwerp.

Voorheen was Praediniussingel 59 een plek waar kunst werd vertoond, nu is het een plek waar kunstenaars worden opgeleid om kunst te maken

Het museum was meteen een trekpleister, dank zij de kunstcollectie van Taco Mesdag (1829-1902). Voor hem was een toekomst voorzien als bankier (het beroep van zijn vader), maar Taco werd kunstschilder. Zijn schilderingen van het Drentse landschap waren het succesvolst. Geesje van Calcar, eerst zijn echtgenote en later zijn weduwe, schonk veel van zijn werk aan het Groninger Museum. Taco is de minder bekende broer van Hendrik Willem die wereldroem vergaarde, onder meer met het vermaarde Panorama Mesdag. Dit cilindervorming schilderij van 14 meter hoogte en 120 meter omtrek is in Den Haag te bewonderen.
Een eeuw was Praediniussingel 59 het onderkomen van het Groninger Museum. De tekst Groningsch Museum boven de toegangsdeuren herinnert aan die tijd. Maar beleidsbepalers van de Gemeente Groningen vonden rond 1990 dat het gebouw niet meer voldeed aan de museale wensen van de tijd. Met behulp van 25 miljoen gulden van de Nederlandse Gasunie verrees in 1994 het huidige, postmodernistische complex bij het hoofdstation uit het water.
Lang duurde het niet voordat het pand aan de Praediniussingel een nieuwe functie kreeg. Het Natuurmuseum Groningen nam er zijn intrek in 1995. Bezoekers konden zich vergapen aan een collectie van onder andere zeedieren, insecten, zoogdieren, vogels, bos en hout. Teruglopende bezoekersaantallen zorgden voor een sluiting in december 2007. Pas in november 2010 was er weer bedrijvigheid in Praediniussingel 59: de Hanzehogeschool had haar slag geslagen om de Academie Minerva uit te breiden.
De Academie Minerva omvat de opleiding Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV), het Frank Mohr Instituut, de Master Kunsteducatie en het Kenniscentrum Kunst en Samenleving.

minerva-gevelpraedinius

Voorheen was Praediniussingel 59 een plek waar kunst werd vertoond, nu is het een plek waar kunstenaars worden opgeleid om kunst te maken. Vroeger stond het gebouw aan het eind van de pijplijn der kunst, nu aan het begin. Aan mensen als Feith, Peters en Mesdag heeft Groningen haar kunsttraditie te danken. Het is aan de huidige studenten om die traditie in stand te houden, of er mee te breken en nieuwe wegen in te slaan.

Foto’s: Luuk Steemers / Shutterstock (c)