Dwaze onderwijswoorden (Wim Daniëls)

Ik heb een vrouw gekend die bedlegerig was en bekendstond als het horizontale rekenwonder. Ze dankte haar rekenvaardigheid aan een lagereschoolmeester die lesgaf op de school tegenover haar huis. Die meester liet zijn schoolklassen jaar in jaar uit elke dag uit volle borst de tafels van vermenigvuldiging scanderen. Daarbij zette hij de ramen altijd wagenwijd open. Zelfs de allerkleinste nanodeeltjes van al die tafels van vermenigvuldiging konden daardoor vrijelijk de straat over vliegen. En dat pakte dus heel goed uit voor de bedlegerige overbuurvrouw die zo kon uitgroeien tot het horizontale rekenwonder.
Ik kom op deze geschiedenis naar aanleiding van het begrip horizontale dialoog. In het honderdste nummer van het tijdschrift Profielen van de Hogeschool Rotterdam is een top-100 opgenomen van de allerlelijkste onderwijsbegrippen uit de afgelopen jaren. En in die top-100 staat horizontale dialoog.
Het Ministerie van Onderwijs bracht nog maar heel kort geleden een brochure uit over de horizontale dialoog. In die brochure wordt zo’n dialoog omschreven als een gesprek tussen de school en haar belanghebbenden, onder wie ouders en leerlingen. Dat zou je natuurlijk een gewone dialoog kunnen noemen, maar volgens het ministerie is hier sprake van een horizontale dialoog om het verschil te markeren met het toezicht door de inspectie, dat verticaal van aard is.
Die vergelijking klinkt mij in de oren als de raadselmop over het verschil tussen een olifant en een muis, waarop het antwoord is dat ze allebei een slurf hebben behalve de muis. Er had net zo goed kunnen staan dat de dialoog van de school met ouders en leerlingen horizontaal heet omdat een lantaarnpaal verticaal staat of dat sommige paden zebrapaden heten omdat Jan de meestvoorkomende burgemeestersnaam is in Nederland: achttien heten er Jan en nog eens elf hebben een dubbele Jan-naam, zoals Jan-Willem. En dan zijn er ook nog vijf burgemeesters die Janssen heette. Dat lijkt me alles bij elkaar voldoende onderscheid om sommige paden zebrapaden te noemen.
Horizontale dialoog staat dan ook volkomen terecht op het lijstje van de honderd lelijkste onderwijsbegrippen. Daarbij zitten verder woorden als profileringstransparantie, kennisvalorisatie, fiatteringsmechanisme en innovatie-implementatie. Dat laatste woord betekent gewoon vernieuwen, maar tussen vernieuwen en innovatie-implementatie zit een salarisverschil van 45.000 euro.
Een woord dat niet in de Rotterdamse top-100 staat, maar dat ik er zelf wel graag in had gezien, is werkstroomtrekkersoverleg. Het heeft te maken met een fusie die een tijd geleden gepland was tussen de roc’s in Eindhoven en Helmond. Bij de fusie zouden bepaalde vakken worden samengevoegd. Die vakken werden eerst sectoren genoemd en daarna werkstromen. Om het samenvoegen van de werkstromen in goede banen te leiden werden er mensen aangesteld die werkstroomtrekkers gingen heten. En die werkstroomtrekkers moesten met elkaar overleggen en zo ontstond het werkstroomtrekkersoverleg. Er kwam natuurlijk ook nog wel een werkstroomtrekkersoverlegborrel en toen de minister van Onderwijs op een dag (nadat er naar schatting al vijf miljoen euro was opgegaan aan de voorbereiding voor de fusie) zei dat de fusie toch maar niet moest doorgaan, kwam er ook nog werkstroomtrekkersoverlegafscheidsborrel, die door de drank die er rijkelijk vloeide uitmondde in een horizontale dialoog, maar dat woord werkstroomtrekkersoverleg had ik dus ook heel graag in die top-100 willen zien.
Tot het allerdwaaste onderwijswoord is door het tijdschrift Profielen throughput gekozen. In het onderwijs heb je input en output en daartussenin zou ergens throughput zitten. Maar niemand weet precies wat het is. Je kunt het misschien vergelijken met het voorspel en het naspel. Daar zit ook iets tussen, al meen ik uit de allerlaatste nieuwste cijfers van het Nibud te hebben begrepen dat bij mensen met een prepensioen het naspel steeds meer direct zal gaan aansluiten op het voorspel.
Sommigen menen dat throughput gewoon het onderwijs zelf is, maar dat is volgens anderen juist de input. Er zijn er ook die denken dat de throughput alles is wat er in het onderwijs opgaat aan salarissen van managers die een school naar de knoppen helpen. Maar daarvoor bestaat in feite al het woord beerput. Die gaat helaas wel zelden open, waardoor het altijd de verkeerden zijn die moeten opdraaien voor bezuinigingen, en dan niet alleen in het onderwijs. Daarover zou ik nou wel eens een dialoog willen voeren, en dan bij voorkeur een verticale.

Wim Daniëls

De column van taalkundige Wim Daniëls is iedere zaterdag te beluisteren in het radioprogramma Spijkers met Koppen (Radio 2, rond 13.35).