Een superdate.

Daten is in sociaal opzicht een vrij ingewikkeld iets. Er moet met van alles rekening worden gehouden. De heer of dame in kwestie zal zich inspannen om er verzorgd uit te zien, moet vriendelijk en spontaan overkomen en bovenal kennis hebben van de juiste hoffelijkheden.
Ongemak is er dus sowieso. Met dit in het achterhoofd moet de uitvinder van de befaamde dubbeldate wel een zeer sinister persoon geweest zijn. Een dubbeldate is dubbel ongemak.
Toch zitten er voordelen aan. Het is bijzonder plezierig om het angstzweet van twee mannen op het terras te zien uitbreken. Zij aan het bier, hun wederhelften aan de wijn. De dames doen hun best om geen stiltes te laten vallen, want dat zou kunnen wijzen op desinteresse. Dus klessebessen geblazen, met onderwerpen variërend van de hond van de vriendin van de zoon van de buurvrouw die wormen heeft (de hond, niet de buurvrouw), tot die bitch van een kapper die altijd over alles en iedereen roddelt. Precies, dat werk.

Na een lange staarsessie besluit de breedste van de twee de better man te zijn

De mannen kijken elkaar stilzwijgend aan. Ze weten dondersgoed dat één van hen het gesprek zal moeten beginnen, maar deze volslagen onbekenden voelen geen enkele aandrang om elkaar beter te leren kennen. Hun vriendinnen hebben hen naar dit overvolle terras gesleept en gedwongen om vriendschappelijk te doen. Na een lange en zeer ongemakkelijke staarsessie besluit de breedste van de twee de better man te zijn.
‘Frankrijk gewonnen, hè. 2-1. Toch knap van die kleine mannekes.’
De ander neemt een slokje bier.
‘Oh, kan wel, ik volg het niet echt. Of eigenlijk gewoon niet.’
Na deze swing and miss is de druk voelbaar opgevoerd, dus begint de kleinere man.

Hé, Barry, wat is er nou? Normaal gesproken ben je nóóit zo stilletjes

‘Hou je toevallig van auto’s? Ik was vorige week met mijn neef in de Ferrarifabriek, echt kicken, man. Hij kent daar zo’n mannetje, dus mochten we zo naar binnen weet je wel.’
De brede man ademde hoorbaar diep in, door zijn neus.
‘Nee, ik weet niet. Ik heb dus echt niks met auto’s, hè. Vind dat zo’n machogedoe.’
Geinig, ik had toch echt gedacht dat de brede meneer de macho zou zijn. Opnieuw valt er een stilte terwijl de mannen elkaar gespannen aankijken. Dan draait één van de klessebessen zich naar haar man, die inmiddels onrustig een sigaret rookt.
‘Hé, Barry, wat is er nou? Normaal gesproken ben je nóóit zo stilletjes!’
Haar stem slaat licht over en heeft een uitdagende ondertoon. Zijn antwoord bestaat uit een onvervalste blik die zich in mijn optiek het beste laat vertalen als mens hou je bek of ik timmer hem dicht.
Tevreden glijd ik achterover in mijn stoel en bestel nog een biertje. Zomer in eigen stad, niks mis mee.