Elitair gezellig.

Voor wie het nog niet wist: Rambam besteedde gisteravond aandacht aan ontgroeningen. Vijf nepfeuten infiltreerden bij studentencorpora en opeens zag Nederland wat een ontgroening echt inhoudt. Al voor de uitzending was er meer dan genoeg stof opgewaaid. M’n facebookfeed staat er al een paar dagen vol mee, onderwijsinstellingen trokken bestuursbeurzen in en het is druk aan de tafels van de tv-praatprogramma’s. Hogescholen en universiteiten draaien er niet omheen: ze zijn klaar met de incidenten van de afgelopen jaren.
Vrijwel iedere bestuur spreekt over een noodzakelijke cultuurverandering op de vereniging, maar toch klinkt het vaak hol. De vraag is natuurlijk: wát moet er veranderen? Moet men de ontgroening afschaffen, mogen de leden woorden als slet en hoer niet meer in de mond nemen of moet een studentenvereniging transparanter worden?

Wie stelt dat het niveau is gedaald nadat hbo’ers lid mochten worden, onderstreept het respectloze

Volgens mij zijn veel van deze problemen terug te voeren op het elitaire dat om studentenverenigingen heen hangt. Dat elitaire zorgt ervoor dat problemen structureel afgedaan worden als incidenten, dat incidenten intern worden afgehandeld, dat nieuwe leden zwijgcontracten moeten tekenen.
Afgelopen woensdag stelde Quote-redacteur Sander Schimmelpenninck in De Wereld Draait Door dat de incidenten waren begonnen in de periode nadat hbo’ers lid mochten worden. Hierdoor zou het niveau van het corps zijn gedaald. Juist dit soort opmerkingen zorgt voor de heksenjacht op studentenverenigingen. Het onderstreept het respectloze en elitaire van de groep die in de toekomst belangrijke posities in de maatschappij zal innemen. Een gesloten groep van hoger opgeleiden die er andere normen en waarden op nahouden dan de gemiddelde Nederlander.

De hand in eigen boezem, niet alleen in woorden, maar vooral in daden

Een cultuurverandering hoeft niet te beginnen met het afschaffen van ontgroeningen, of het verbieden van woorden of liederen. Belangrijker is dat studentenverenigingen kritisch kijken naar de oorsprong van hun tradities. Die is vrijwel altijd gelegen in de wens om de verbondenheid tussen de leden te vergroten. Die positieve grondslag is door de jaren heen hetzelfde gebleven.
Maar het scheppen van verbondenheid is iets anders dan het creëren van ongelijkheid. Zeker als dat gepaard gaat met misplaatst elitair gedrag.
Verenigingen moet de hand in eigen boezem steken, niet alleen in woorden, maar vooral in daden. Het grondbeginsel van studentenverenigingen is immers gezelligheid. De gezelligheid die ervoor heeft gezorgd dat de Nederlandse Studentenvereniging korte tijd op de Unesco-lijst van cultureel erfgoed stond, naast sinterklaas en koningsdag. Als de verenigingen cultuurverandering serieus nemen, verdient het fenomeen studentenvereniging dat plekje weer. Want gezelligheid is immers de belangrijkste traditie in Nederland.