Festivalarmband wordt levende herinnering.

Tessa Hesseling (22) heeft een milieuvriendelijk armbandje voor festivalgangers gemaakt, dat de bekende kunststoffen varianten overbodig moet maken. In augustus zal het van hennep gemaakte product worden uitgeprobeerd tijdens het Groningse festival Paradigm.

‘Armbandjes zijn meer dan een entreebewijs. Veel festivalbezoekers dragen ze af, als een herinnering. Toen ik zocht naar een milieuvriendelijk alternatief voor plastic, was ik dus op zoek naar materiaal dat een tijdje meegaat. Hennep, dus.’

Jemig-de-pemig, een armband van wiet?
‘Nee, hoor, maar goed dat je het zegt, want die vraag krijg ik vaak. De hennep die ik gebruik wordt enkel en alleen geteeld voor de vezels. Een eeuwenoud product, pas de laatste decennia is die teelt enigszins ingeperkt. Maar het wordt dus wel verbouwd en de vezels zijn zeer sterk. Ideaal voor mijn idee. Het festivalbandje dat ik ervan weef, gaat lang mee en zelfs na gebruik kun je de herinnering levend houden.’

Huh?
‘In het bandje zitten zaadjes verborgen. Wanneer het bandje niet meer gebruikt, kun je de zaadjes in de grond stoppen en dan groeit er een plantje uit. Wel goed verzorgen, natuurlijk, op tijd water geven en zo.’

Als ik geen bedrijf vind om de productie op te schalen, wordt het nog flink weven de komende tijd

Zoiets, dat kan alleen een kunstenaar verzinnen.
‘Student nog. Nu derdejaars, ik doe Product Design en Illustratie aan Academie Minerva. Een vreemde combinatie? Och, ik vind het allebei interessant. Dat ik dit heb bedacht is trouwens niet helemaal eigen initiatief. In het tweede jaar deed ik mee aan een programma van het lectoraat Art & Sustainability. We moesten allemaal iets duurzaams bedenken dat we op festivals konden uittesten. Voor mijn idee heeft het lectoraat subsidie gekregen.’

Hoe gaat dat testen in z’n werk?
‘Dat wordt nog spannend. Ik heb een afspraak met een producent, een bedrijf in Amsterdam. Nee, ik zeg niet wie, want de onderhandelingen moeten nog beginnen, haha. Als dat bedrijf met me in zee wil gaan, kan ik de productie opschalen. Dan kan ik de proef uitvoeren met artiesten, vrijwilligers en misschien ook met bezoekers. Lukt het niet om het rond te krijgen, dan ben ik op mezelf aangewezen. Laat ik het zo zeggen, dat wordt flink weven. In dat geval blijf ik nog een paar maanden een eenvrouwsbedrijf.’

Super, dan zien we elkaar.
‘Hoezo? Waar dan?

Op Minerva, op 28 juni, als de prototypes worden getoond.
‘Da’s waar ook. Van twee tot vier in de Praediniussingel. Dat wordt leuk, en er is meer te zien dan alleen mijn bandjes, hè?’