Jong, somber en verdrietig: depressie tijdens studie

Het zou wel eens een taboe kunnen zijn. Het helemaal niet zien zitten, zwartgalligheid, niet zomaar eventjes, maar een voortdurend en onbestemd onbehagen. Dat hoort totaal niet bij het studentenleven. Echt wel, weten de decaan en de studentenpredikant. 

‘Ik loop met vragen rond en ik ken u helemaal niet, maar ik hoop toch dat u mij kunt helpen.’ Dit soort bijna wanhopige verzoeken hoor Tiemo Meijlink vaker en vaker. En natuurlijk probeert de Groningse studentenpredikant dan. Uiteraard zijn de meeste jongeren die bij hem aankloppen studenten die hij kent, studenten die weleens in de kerk komen. Of bij het Groninger Studentenplatform voor Levensbeschouwing (GSP). Maar de laatste jaren vinden steeds meer onbekenden de weg naar de pastor. ‘Onze deur staat open voor iedereen’, zegt Meijlink in de studentikoze huiskamer van het GSP-pand aan de Kraneweg. ‘Hier kun je praten over dingen waarover je normaal niet praat. Ook over depressieve gevoelens en gedachten, die je eigenlijk maar met weinig mensen kunt delen. De mensen hier, de studenten die hier vaak komen, iedereen staat daar voor open. Gelovig en niet-gelovig, men vindt het zinvol om over het leven te praten. We zijn geen vereniging, maar een losse gemeenschap waar mensen zo kunnen aanhaken en bevriend raken.’

Het is Meijlink niet ontgaan dat er zich onder de studenten die de Kraneweg frequenteren een paar zijn die kampen met depressieve klachten. ‘Daarmee bedoel ik dat ze zich moeilijk kunnen concentreren, vaak te laat komen en moeilijk tot dingen komen. Allemaal dingen die te maken kunnen hebben met depressiviteit.’

Op facebook presenteren ze foto’s waar ze toch zo’n leuke tijd hebben

Je studententijd is de mooiste tijd van je leven, wil het cliché. En, zoals met de meeste clichés, is dit zeker waar. ‘Voor een groot deel van de studenten’, zegt Ties Onvlee, studentendecaan op de Hanzehogeschool, ‘maar voor een deel ook niet. Er is veel leed onder studenten.’
Maar dat toegeven? Ho, maar. ‘Op facebook presenteren ze foto’s waar ze toch zo’n leuke tijd hebben. En tegen vrienden zeggen ze dat het prima met ze gaat. Maar dat beeld correspondeert helemaal met hun gevoel.’

Studenten van de Hanze kunnen bij de studentendecanen terecht met hun persoonlijke problemen. ‘Natuurlijk. We proberen bij te dragen aan de oplossing van problemen die de studie beïnvloeden. Psychische problemen horen daar zeker bij’, stelt Onvlee. ‘Studenten zijn vrij om te praten over wat ze willen. Wij zijn onafhankelijk van de opleiding’, benadrukt ze.
‘Studenten komen meestal met een aantal problemen en weten gewoon niet meer wat ze moeten doen. Het is één grote onuitwarbare kluwen wol geworden. Wij proberen daar weer verschillende draden van te maken. We wijzen de student op de mogelijkheden binnen en buiten de hogeschool. Bijvoorbeeld welke procedures er zijn bij een negatief studieadvies of informatie over financiële regelingen. Maar het studentendecanaat heeft ook jarenlange ervaring met studenten die rondlopen met psychische klachten.’
Wanneer iemand zwaar depressieve gedachten heeft is dit voor hen vaak zeer moeilijk om onder woorden te brengen en er openlijk over te spreken. Het kan dan fijn zijn om het te delen met een vertrouwenspersoon zoals een decaan. ‘Toch’, waarschuwt Onvlee tegen te hoog gespannen verwachtingen, ‘we zijn een onderwijsinstelling, geen zorginstelling. Dus klop bij ons aan, maar verwacht geen professionele zorg.’
De decanen kunnen studenten wel adviseren over zorgaanbieders in Groningen. ‘Soms hebben we zelfs ideeën over welke hulpverlener goed bij een bepaalde student zou passen. Maar die uiten we pas als de student zelf aangeeft dat-ie raad nodig heeft. Vervolgens moet de student dat advies altijd
bespreken met z’n huisarts, want alleen de huisarts kan een doorverwijzing geven.’

Zodra ik merk dat iemand ernstige klachten heeft, dring ik er zeer op aan dat hij  professionele hulp zoekt

De ervaring van decaan Onvlee is dat studenten die tijdens hun studie door persoonlijke problemen vastlopen, het nogal eens moeilijk vinden om de stap naar professionele hulp te zetten. ‘Ik ben toch niet gek?, denken ze vaak. Of ze vinden hun probleem te klein voor professionele hulp. Of ze vinden dat ze hun problemen zelf moeten kunnen oplossen.’

De Hanzehogeschool biedt studenten de mogelijkheid om met een psycholoog (van GGz-instelling Lentis) om tafel te gaan zitten. Die psycholoog is eenmaal per week aanwezig. ‘Een fijne, laagdrempelige constructie. Het is een soort kennismaking om te kijken of een gesprek met een psycholoog iets is wat de student zou kunnen helpen.’ De student hoeft voor zo’n gesprek niets te betalen. (Een afspraak voor zo’n gesprek is te maken via het studentendecanaat.

Decaan Onvlee wijst studenten soms ook op het studentenpastoraat. In de gezellig, uitnodigende huiskamer van het studentpastoraat wordt er gretig gebruik van gemaakt. ‘Naar een psychotherapeut gaan of naar een huisarts is een grote stap, de drempel om naar ons te komen is veel lager’, zegt pastor Meijlink. ‘Maar zodra ik merk dat iemand ernstige klachten heeft, dring ik er zeer op aan dat hij  professionele hulp zoekt. Dan kun je het best te rade gaan bij een psychiater of een psycholoog, iemand die verstand van psychische problemen heeft. Wij pastors zijn er om te helpen, maar kunnen alleen vanuit geestelijk perspectief hulp bieden. Wanneer iemand bijvoorbeeld existentiële vragen heeft, zoals ‘wat is de zin van het leven’. Dan kunnen we met praten een heel eind komen. Wij bieden: een paar gesprekken, desnoods parallel aan contact dat je hebt met een arts of een psycholoog.’

Zou het misschien helpen als je eens een keer bidt tot God?

Soms leidt zo’n gesprek tot een concreet advies. ‘Zou het misschien helpen als je eens een keer bidt tot God?’, vraagt Meijlink dan. ‘Dit ga ik natuurlijk niet voorstellen aan niet-religieuze mensen, maar bij religieuze mensen kan het helpen. Door een gebed, krijg je een ritme in je dag en creëer je een moment waarop je even je hart kunt luchten. Bidden is een uitlaatklep.’
Niet-gelovigen kunnen meditatie als uitlaatklep gebruiken en op die manier rust proberen te krijgen. En daarnaast, praat er toch eens met iemand over die nabij staat. ‘Je hebt heel gesloten mensen. Dat is een nadeel, want die eigenschap maakt het heel moeilijk om jezelf open te stellen. Juist door geestelijke vragen aan elkaar te stellen als ‘hoe gaat het met jou’ ga je dat tegen. Je gekend voelen is belangrijk voor iedereen. En het kan je helpen om die zwarte wolk boven je hoofd weg te jagen.’

Gewoon praten. Het kan echt helpen als je tegen grote levensproblemen aanloopt volgens pastor Meijlink: ‘Iedereen is weleens somber, maar er zijn mensen die keer op keer worden geconfronteerd worden met zwarte vragen. Als je mensen treft die je activeren, wie dan ook, waar dan ook en hoe dan ook, dan kan dat positief werken.’