Keuzestress.

Daar zit ik dan te schaven, te schrappen en te schrijven. Op één van de dagen voor alle feestdagen, te midden van muziekapparatuur die zoveel geld kost dat ik er m’n huisgenoot van mee op vakantie had kunnen nemen, pieker ik over twee gala’s die ik binnenkort moet draaien. Ze blijken op dezelfde dag plaats te vinden. Shit, wat moet ik nou?
Kiezen is niet mijn sterkste kant. Tussen al de materialistische prullaria die ik kocht na ingewikkelde keuzeprocessen als ‘ja, als ik dit keyboard van een goeie vijfhonderd euro koop, heb ik pas in 2017 geld voor die active noise-cancelling headphones van driehonderd euro’ en ‘als ik nu bezig ga met m’n schoolwerk, heb ik mijn album misschien niet op tijd af’, probeer ik met zekere regelmaat terug te keren tot de essentie, die ik dan vastleg in de vorm van een geschreven stukje. Sinds ik zulke stukjes op een blog deel, voelt het schrijven idealistisch aan. Voor mezelf is het in ieder geval een stuk lonender geworden.

Of ik de juiste beslissingen neem, is eigenlijk niet zo belangrijk, belangrijk is dát ik kan kiezen

Kiezen dus. Ik ben zó vastgeroest in Amerikaans aandoende patronen, dat ik vergeet dat de keuzes die voor mij elke dag zo verschrikkelijk moeilijk voelen op zichzelf al van onschatbare waarde zijn. Of ik de juiste beslissingen neem is namelijk helemaal niet zo belangrijk. Belangrijk is dát ik kan kiezen tussen veel te dure headphones en een even hoog geprijsd keyboard.
En om dat te bewerkstelligen reis ik terug naar de oorsprong van de keuze. Ik raad het iedereen met keuzestress aan, want dan wordt kiezen opeens iets leuks. De problematiek wordt ineens een stuk vrolijker. In dit geval: het is toch wel heel erg gaaf dat ze me hebben gevraagd om die twee gala’s te doen. Op één avond, oké, dat wordt lastig. Maar als het me lukt en het goed blijft gaan, komt die vakantie met m’n huisgenoot misschien ook weer dichterbij.

Afbeelding: Le Désespéré, Gustave Courbet (fragment)