Meester Zweinsteincampus.

Gisteren keek ik naar de eerste Harry Potterfilm. Een klein jongetje met een bril kan eindelijk bij zijn vervelende  pleegouders vandaan, om de nog onbekende tovenaarswereld te betreden met als reusachtige toplocatie, Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Deze lange zin kun je eenvoudig omzetten in een beschrijving van mijn leven. Een lange jongen met een parttime bril kan eindelijk op zichzelf wonen om de nog onbekende wereld van het studentenleven en de Pabo te ontdekken, met als reusachtige toplocatie: Berend BrugsmaBorg, Campus voor Meesterij en Rimram.

Waarom krijgen de studenten in lijn 15 zweetles doordat ze als een stel legkippen op elkaar worden gedrukt?

In de Potterboeken zitten mooie onderwijsmethoden en –voorzieningen die prima geïntroduceerd kunnen worden in het Pabo-curriculum. Waarom mag Harry Potter al die jaren voor een uil zorgen en hebben wij geen levende dieren op de Pabo? De helft van de juffen hier heeft het vrijwel altijd  over katten en paarden! Nu snap ik wel dat dit in de praktijk een hele opgave wordt, maar een hamster of konijn in een kooitje… dat moet toch prima kunnen?
Waarom zitten Hermelien, Ron en Harry op hun gemak in een vierzits treincoupé, terwijl de studenten in lijn 15 zweetles krijgen door als een stel legkippen op elkaar gedrukt te worden?

De stewards proberen orde in de fietschaos te scheppen, maar kun je niet beter meer parkeerplekken creëren?

Gelukkig ben ik slim en pak ik de fiets… Ha! Dan ben je tegenwoordig op de Zernike Campus ook de klos, want zie je fiets daar maar eens te stallen. Leuk hoor, die stewards die zwabberend tussen wanhoop en vastberadenheid, orde in de chaos proberen te scheppen. Maar is het niet gewoon handiger om er meer parkeerplekjes bij te laten maken? Afijn, ik dwaal af. Dat hoor ik wel vaker. Ik spring soms van de hak op de tak, ik luister soms selectief (of helemaal niet) en ik vergeet weleens wat. Nou ja, straks eerst maar eens die film afkijken, als ik überhaupt thuiskom. Eerst moet ik m’n fiets terugvinden, want die staat ’s middags vaak op een andere plek dan waar ik hem ’s ochtends neerzet. Wie verplaatst hem, de kaboutertjes of de stewards? Of is het gewoon hekserij?