Onze man op Curaçao: de roots van Thulile

In mijn eerste drie weken op Curaçao is het me opgevallen dat er een scheiding is op het eiland. Toeristen, stagiairs en studenten blijven als een zwerm spreeuwen om elkaar heen hangen. Het Curaçaose leven speelt zich vooral af op straat, in buurten waar Nederlanders niet graag komen, terwijl de nachtelijke feesten op de toeristische stranden wit kleuren van de Hollanders. ‘Op die feesten is het net Nederland’, weet ook Thulile Makatini, een studente Communicatie met Curaçaose roots.

Ze hebben het liefst een Nederlandse student, ik hoefde niet eens te solliciteren

Aan de Handelskade van Willemstad ontmoet ik een collega: Thulile loopt stage bij het Antilliaans Dagblad, één van de twee grote kranten op Curaçao. Met een medestagiair zorgt zij ervoor dat vier volledige pagina’s in het dagblad dagelijks gevuld zijn. ‘Nadat ons in tien minuten van een papiertje was uitgelegd hoe het systeem werkt, konden we al aan de slag.’ Schrijven voor een krant gaat op Curaçao iets makkelijker dan wij in Nederland gewend zijn.
Thulile kwam in augustus met haar Curaçaose moeder naar Curaçao en leerde zo een stukje van de cultuur kennen. Inmiddels is haar moeder weer in Nederland, maar nog wekelijks heeft Thulile contact met vriendinnen van haar moeder op het eiland. Zo leeft ze een beetje tussen de twee groepen op het eiland.
De Nederlandse enclave bestaat naast toeristen uit (ongeveer duizend) studenten en stagiairs. Zij brengen vooral geld en kennis naar Curaçao. ‘Ze willen bij een Nederlandstalige krant het liefst een Nederlandse student, de studenten hier spreken gewoon minder goed Nederlands. Ik hoefde niet eens te solliciteren, na het eerste contact zeiden ze al dat ze graag wilden dat ik zou komen.’

Of zouden alleen de Nederlanders uitgebreid feestvieren op Curaçao?

Hoewel Thulile meer contact heeft met Curaçaoënaars dan de gemiddelde Nederlander op het eiland, is het ook voor haar lastig om verder te komen dan de Nederlandse kudde. ‘Ik wil wel naar clubs waar de Curaçaose studenten naartoe gaan, maar mijn Nederlandse huisgenoten zien dat niet zo zitten.’ Navraag bij andere studenten leert me dat eigenlijk niemand een idee heeft waar die lokale studenten naartoe gaan. Of zou het zo zijn dat alleen de Nederlanders uitgebreid feestvieren op Curaçao?
Soms wordt de onwetendheid van de Nederlanders over de lokale cultuur pijnlijk duidelijk. ‘Laatst zei iemand tegen me: bijna niemand heeft hier een huisdier. Terwijl dat niet waar is, bijna iedereen heeft een hond. Die hebben ze alleen vaak als waakhond’, verduidelijkt Thulile.
Of de Curaçaose student met verontwaardiging kijkt naar het grote aantal Nederlandse stagiairs op het eiland? En of wij hun plekken komen innemen? Dat zijn precies de vragen die Thulile hoopt te beantwoorden in het achtergrondartikel dat ze mag schrijven voor het Antilliaans Dagblad.
Als ik terugloop naar mijn auto, kom ik langs de fruit- en visverkopers op de Handelskade. Een Venezolaan maakt zijn vissersboot klaar om de zee op te gaan en een marktkoopman probeert met woord en gebaar klanten naar zijn kraam te lokken. Dit is Curaçao en in de verte zie ik een Nederlander.