Opgevulde leegte.

Poelestraat, drie uur in de nacht na een zaterdagavond. Wanneer ik Kokomo verlaat in een trieste mislukte poging die verminkte Woeste Hoeve te temmen en het er naar mijn zin te maken, realiseer ik me dat stappen écht gewoon totaal kut is.

Achter me hoor ik gegil, één of andere gast heeft ruzie met de beveiliging van ’t Fust

Voor me zo’n typisch kotsmeisje. Kotsmeisjes, als je ze ziet, weet je meteen dat ze iedere stapavond kotsen ( ja, die, ja). Ze kotst haar hele maaginhoud uit, met andere woorden: de twee biertjes van daarvoor. Achter me hoor ik gegil. Eén of andere gast heeft ruzie met de beveiliging van ’t Fust. Waarom doen mensen zichzelf dit aan?
In de hoop nog ergens hoop voor de mensheid aan te treffen, fladder ik langs het scheldende gepeupel en de onverstoorbare bewaker en ga ik de Wolter Wolthers binnen. Ja, alleen. Dat doe ik wel vaker. Ja, dat is best leuk.

De dansende mensen voelen ‘m heel lekker, of ze snappen het niet maar zitten er wel helemaal in

De leegte van het rechthoekige kamertje is gevuld met een mensenmassa die de dj moeilijk in beweging lijkt te krijgen met zijn even kamervullende tech house. Ik hou er wel van, tech house. En ik ben niet de enige. Van zulke muziek geniet je hoe dan ook. Tech house is de kracht van het minimalisme, de positieve uitleg van simplisme. De negatieve uitleg van simplisme is opgevulde leegte, maar ook daarvan kun je genieten.
Je moet het verschil snappen. Dan zie je dat het verschil in uitleg samenhangt met het verschil in type mens. De mensen die heel uitbundig staan te dansen voelen ’m heel lekker, of ze snappen het niet, maar zitten er wel helemaal in.
Precies zoals tech house werkt op mensen, werkt stappen ook. Je gaat lekker of je snapt het niet, maar je bent er sowieso. Hoe kut je ’t ook vindt. Gewoon, om de opgevulde leegte, de kracht van het minimalisme, af en toe te ervaren.