Praat Engels met me!

Steeds meer studenten uit het buitenland weten de weg te vinden naar de Hanze en de RUG. Maar er is slechts mondjesmaat contact tussen de internationals en de Nederlanders. Hoewel de Nederlandse student een aardig mondje over de grens spreekt, is taal een spelbreker.

Het is een vreemde ervaring voor een Nederlandse student in Groningen: te midden van een groep studenten staan die een taal spreken die je wel herkent, maar waarvan je geen woord verstaat. In dit geval blijkt de taal Portugees en de studenten Braziliaans. Sinds de Braziliaanse regering beurzen verstrekt om studenten te stimuleren om in het buitenland te studeren, hebben veel Brazilianen hier gehoor aan gegeven. Flávia Saldanha (20), studente International Business, is één van hen. Ze had niet verwacht dat er zo veel Braziliaanse studenten in Groningen zouden zijn. ‘Aan de ene kant vind ik het fijn om veel mensen om me heen te hebben waarmee ik Portugees kan praten, vooral als ik heimwee heb. Aan de andere kant ben ik hier om nieuwe dingen te leren en mensen uit andere culturen te leren kennen en dat zal niet echt gebeuren als ik alleen maar omga met andere Brazilianen.’

Een Peruviaan op het UMCG
Flávia’s vriendengroep in Groningen bestaat voornamelijk uit buitenlandse studenten. Ze heeft niet het gevoel dat haar Nederlandse studiegenoten haar echt willen leren kennen. ‘Ze praten alleen met elkaar in hun eigen groepjes en ze werken ook in dezelfde groepjes samen. Ik kan geen Nederlands, ik heb geen idee waar ze het over hebben en kan me dus niet zomaar in een gesprek voegen. Ik spreek ze eigenlijk alleen aan als ik een specifieke vraag heb.’
Alberto Llacua (27) een Peruviaanse PhD-student op het UMCG, heeft geen moeite met de afstand tussen internationale studenten en Nederlandse studenten.

Het is voor een Nederlandse vriendengroep blijkbaar toch moeilijk om een internationale student op te nemen

‘Het is overal zo, in alle landen zijn de internationale studenten een groep apart. In eerste instantie waren de meeste van mijn vrienden hier ook internationals, maar dat hoop ik te veranderen, omdat ik minstens vier jaar in Groningen zal blijven.’
De meerderheid van Alberto’s collega’s is Nederlands. In Alberto’s bijzijn beginnen ze hun gesprekken meestal in het Engels, maar na vijf minuten staan ze vaak alweer Nederlands praten. ‘Best onbeleefd’, vindt hij. De Franse studente Manon Louboutin (20), ze doet Business & Marketing, beaamt het, op haar universiteit in Frankrijk ziet ze hetzelfde. ‘Ik hoop dat mijn ervaringen hier me er bewuster van zullen maken en dat ik me voortaan attenter zal gedragen.’

Onderdompelen in de wereld
De buitenlandervaring en haar contacten met het Erasmus Student Network (ESN) Groningen hebben Manon geïnspireerd. ESN is een Europese studentenvereniging die studentenuitwisselingen ondersteunt en internationale studenten helpt bij het aarden in een nieuwe omgeving, bijvoorbeeld op academisch en sociaal gebied. Als ze terug is in Frankrijk wil Manon zich graag inzetten voor ESN op haar universiteit, zo belangrijk vindt ze het.
Jannick Brusse (23), de voorzitter van ESN Groningen, doet wat Manon graag wil, hij dompelt zich onder in de wereld van de internationals. Gescheiden werelden, vindt hij die afstand tussen internationale en Nederlandse. Jannick denkt dat taal daarbij een grote rol speelt, ook al spreken de meeste Nederlandse studenten redelijk goed Engels. ‘Het is voor een Nederlandse vriendengroep blijkbaar toch moeilijk om een internationale student op te nemen en hele avonden Engels te spreken. Toch denk ik echt dat ze daardoor kansen laten liggen.’

Taal is de hinderpaal
Want internationals willen wel degelijk meer Nederlanders leren kennen. ESN haalt van alles uit de kast om dit mogelijk te maken. Zo kan iedereen zitting nemen in een zeskoppige commissie, ESN heeft er tien. Iets meer dan de helft van de zestig commissieleden, 32 om precies te zijn, is Nederlands. Buitenlanders en Nederlanders ontmoeten elkaar ook bij ESN-projecten en –evenementen. Jannick: ‘Dé doelgroep zijn de internationale studenten, maar Nederlandse studenten doen zeker mee. Ze nemen vooral deel aan taaluitwisseling, zoals het intercambio-project en de taalcafés.’

Wij merken trouwens wel dat de internationale studenten die lid worden de Nederlandse taal erg snel leren

De Groningse ESN-voorzitter hoopt dat verenigingen als Albertus, Dizkartes, Navigators en Vindicat, meer moeite zullen doen om internationale studenten te bereiken. Studentenverenigingen hebben vooral Nederlandse leden, maar waarom zouden ze geen plek worden waar beide groepen samenkomen? Albertus, Vindicat en Navigators staan er open voor. Stijn van Rijn (21), verantwoordelijk voor de externe relaties van Navigators, denkt dat de Nederlandse studentenverenigingscultuur onder internationals tamelijk onbekend is. ‘Daardoor voelen ze zich er ook niet zo toe aangetrokken.’
Wieke Stolwijk (23), vicevoorzitter van Albertus, noemt taal de grootste hinderpaal voor buitenlanders. ‘Wij merken trouwens wel dat de internationale studenten die lid worden de Nederlandse taal erg snel leren’, voegt ze eraan toe. Quirijn de Geus (22), secretaris van Vindicat, is het er roerend mee eens. ‘De taal is een barrière. Maar we staan zeker open voor internationals en tijdens de introductieperiode leggen we onze internationale leden alles uit in het Engels.’
ESN-voorzitter Jannick heeft de kansen al gezien en met beide handen aangegrepen. ‘In februari hebben we een evenement waarbij internationale studenten een bezoek kunnen afleggen bij Albertus, Dizkartes, Navigators en Groningse internationale studentenverenigingen. Het is een begin’, zegt Jannick. ‘Maar daar mag het zeker niet bij blijven.’