Sex Offender.

Verbaasd overhandig ik mijn ID-kaart. Of ik me wil legitimeren. Ik kan me niet herinneren wanneer me dat voor het laatst werd gevraagd bij de aanschaf van enkele blikjes pils. Dat kan iets zeggen over de laksheid van het kassapersoneel, maar eigenlijk ga ik er gewoon vanuit dat ik simpelweg een oude kop heb.
Wanneer het kassameisje de ID-kaart inspecteert, worden haar ogen groot. Even raak ik in paniek. Nare ervaringen met identiteitsbewijzen zijn inmiddels op twee handen te tellen en het liefst hou ik het daarbij.

‘Ben jij dit…’ Even heb ik de neiging ontkennend te antwoorden

Het meisje kijkt met een vragende blik mijn kant op. Ze slaat me even gade en verplaatst haar blik vervolgens weer naar de kaart. De grote ogen veranderen in een puzzelende blik en ik hoef niet lang te wachten op de vraag: ‘Ben jij dit?’.
Even heb ik de neiging om ontkennend te antwoorden, maar ik weet mezelf te bedwingen.
‘Ja’, antwoord ik kortweg.
‘Je bent wel erg veranderd.’
Het onbegrip van het kassameisje kan ik plaatsen. Een jaar geleden had ik het briljante idee om m’n baard eraf te scheren. Kortstondig ging ik met een snor door het leven. Nog voordat ik besloot om mijn baard weer te laten groeien, achtte ik de tijd gekomen om pasfoto’s te maken.

‘Dit staat je wel beter’, concludeert ze, ‘een echte Roodbaard’

De belangrijkste pasfoto’s uit mijn leven. Met deze foto’s zou ik eindelijk de afzichtelijke versies vervangen. Je weet wel, die foto’s die je moest maken rond je veertiende. Foto’s waar je nu zowel huilend als lachend op terug kunt kijken. Blijkbaar was ik mij op dat moment niet geheel bewust van de ernst van de zaak, want zonder over de consequenties na te denken, ging ik pontificaal met snor op de foto. Dit heeft tot gevolg dat niemand mij herkent in de afbeelding die op m’n ID-kaart staat.
Ik strek m’n hand uit en doe een schietgebedje: o, lieve Heer, laat deze snor niet tussen mij en de aanschaf van deze koele pilsjes staan.
Mijn gebeden worden verhoord en ik krijg het legitimatiebewijs terug.
‘Dit staat je wel beter’, concludeert het kassameisje zelfs, ‘een echte Roodbaard.’
Ik pak de biertjes en teken ervoor. Roodbaard. Altijd nog beter dan de naam die m’n broertje me toedicht wanneer hij mijn ID-kaart ziet: sex offender.