Voor de klas: Emily Lewis

‘Het internationale element houdt het onderwijs interessant’, zegt Emily Lewis (Ohio, Verenigde Staten). Sinds 2011 geeft ze Engels en International Business Law op de International Business School.

Hoe ben je op de Hanze terecht gekomen?
‘De eerste keer dat in Groningen kwam, was ik uitwisselingsstudent. Al snel daarna besloot ik naar Groningen te verhuizen, om romantische redenen. Ik haalde de master Internationaal Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mijn Nederlands was niet al te best. Toch moest ik een baan zien te vinden in het noorden van Nederland, omdat ik vanwege mijn verblijfsvergunning alleen in Groningen mocht wonen. Er waren hier natuurlijk niet veel banen op het gebied van internationaal recht, dus besloot ik om mijn lesbevoegdheid te behalen. Dat paste heel goed bij me, ik had het van begin af aan erg naar mijn zin.

In Nederland beschouwt men studenten als volwassenen, ze krijgen de ruimte om hun eigen keuzes te maken

Op een later moment, toen ik Engels gaf op een middelbare school in de stad, zag ik verschillende vacatures voor rechtendocenten voorbij komen. Ik deed er in eerste instantie niks mee. Ik zag mezelf niet als rechtendocent. Op een gegeven moment besloot ik gewoon een open sollicitatie te sturen. Zo’n twee jaar later werd ik ineens benaderd voor een functie als docent Engels bij IBS en sindsdien werk ik op de Hanze.’

Wat zijn de verschillen tussen het Nederlandse en het Amerikaanse onderwijssysteem?
‘De vrijheid die studenten krijgen. In Nederland beschouwt men studenten als volwassenen, ze krijgen de ruimte om hun eigen keuzes te maken. Er is minder druk om te presteren dan in de VS, hoewel dat verschil wel kleiner aan het worden is, omdat in Nederland de druk toeneemt. We verwachten meer van studenten, zo krijgen ze bijvoorbeeld minder herkansingsmogelijkheden.’

Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Ik vind het leuk om de kennis die ik heb vergaard te delen. Ik heb lang gestudeerd en ik voel me op één of andere manier een beetje verplicht om alles wat ik heb geleerd aan anderen over te brengen. Het internationale element in het Hanze-onderwijs is voor mij een belangrijke drijfveer, dat houdt het interessant. IBS heeft een eigen cultuur, die steeds verandert met de wisseling van studenten. Er is ruimte voor iedereen om anders te durven zijn, om echt zichzelf te kunnen zijn.

Ik probeer steeds creatieve manieren te vinden om ervoor te zorgen dat de informatie blijft hangen

We verwachten veel van onze studenten. Dat past goed bij me omdat ik een hoog academisch niveau belangrijk vind. De samenvoeging van de curricula van International Business Management en International Business & Languages brengt nieuwe mogelijkheden met zich mee om commercie en bedrijfsleven in een breder perspectief te plaatsen. Ik zou graag meer invalshoeken uit de geesteswetenschappen willen verwerken in m’n vakken.’

Als je één ding kon veranderen, wat zou dat dan zijn?
‘Er zijn veel verschillende partijen betrokken bij het Nederlandse hoger onderwijs en iedere partij heeft andere verwachtingen en belangen. Soms botsen die. Het zou beter zijn als deze verwachtingen meer op elkaar afgestemd zouden kunnen worden.’

Wat kenmerkt je als docent?
‘Ik probeer de informatie zo toegankelijk mogelijk te maken. Bij rechten heb je vaak te maken met complexe teksten. Ik probeer steeds creatieve manieren te vinden om ervoor te zorgen dat de informatie blijft hangen. Ik moest vandaag bijvoorbeeld een nieuw onderwerp introduceren, internationale verdragen. Daarvoor gebruikte ik een filmpje van een professor die een lied zingt over zo’n verdrag. Dat maakt de studenten aan het lachen en hopelijk blijft er iets van de tekst van dat liedje hangen. Speelsheid vind ik belangrijk. Als studenten plezier beleven aan je lessen, dan leren ze veel meer. Mijn aanpak is ook altijd multidisciplinair, ik maak duidelijk hoe verschillende onderwerpen samenhangen en leg aan studenten uit hoe het recht terug zou kunnen komen in de andere vakken.’

Wat is kenmerkend voor jouw manier van lesgeven?
‘Ik probeer niet te veel te oreren. Mijn lessen zijn eerder een soort workshops, waarin studenten zelf aan de slag moeten gaan. Dit is soms pijnlijk voor ze, het is veel makkelijker om te zitten luisteren naar iemand die een verhaal afsteekt dan om een opdracht uit te werken, te argumenteren of een casus te presenteren.

De inrichting van de campus is een gemiste kans

Maar ik denk dat ze op deze manier veel meer leren. Het is een langzaam proces, maar wel grondig. In een hoorcollege van twee uur kan je veel meer lesstof behandelen. Maar van die stof blijft je minder bij dan wanneer je voor een interactieve aanpak kiest. Ik houd bovendien niet van een praatje-met-plaatjes. De beste leermomenten vinden plaats op de momenten dat je afwijkt van je plan, dat heb ik wel moeten leren. Ik ben nogal een perfectionist, toen ik net begon met lesgeven had ik lesplannen van soms wel vier pagina’s lang, dat sloeg nergens op. Inmiddels weet ik dat het belangrijk is om ruimte te geven aan het onverwachte.’

Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘Het is bij uitstek een instelling voor beroepsonderwijs. De Hanze is echt praktijkgerichter dan de Rijksuniversiteit. Je ziet bijvoorbeeld vaak dat bedrijven en organisaties bij het onderwijs worden betrokken. Er is een hechtere band, waardoor de invloed van hogeschoolonderwijs en -onderzoek op het echte leven veel zichtbaarder is. De Hanze is een grote instelling, maar door de opdeling in schools en de indeling in klassen voelt het nooit als een enorme school. Dat vind ik heel fijn.’

Wat zou beter kunnen?
‘De inrichting van de campus is een gemiste kans. Als ik kijk naar hoe de ruimte is ingericht en welke faciliteiten er zijn… veel mogelijkheden zijn onbenut gelaten. Er zou bijvoorbeeld ruimte gemaakt kunnen voor studentactiviteiten en start-ups van studentondernemers. De ruimte zou ook veel strategischer kunnen worden ingericht. Delen van de campus zijn heel onhandig voor voetgangers, daar houdt de stoep zomaar ineens op. Er is een grote verbouwing gaande, dus er wordt aan gewerkt. Ik ben benieuwd naar het eindresultaat.’

Hoe ziet jouw ideale hogeschool eruit?
‘Het begint allemaal met nieuwsgierige studenten die niet bang zijn om vragen te stellen. Nieuwe IBS-studenten zijn soms heel jong, ze weten nog niet wat ze willen en wat ze willen leren. Het zou fantastisch zijn als iedere student leergierig was en nieuwsgierig naar de wereld om zich heen keek. Het docentschap is soms best wel stressvol. Er zijn van die piektijden waarin alles tegelijkertijd komt. Dat duurt vaak maar een paar dagen of een week, maar het kan je zodanig uitputten dat het de rest van de maand nog effect op je heeft. Het fijne aan werken in het hoger onderwijs is de afwisseling, op verschillende momenten in het jaar focus je op verschillende dingen. Het nadeel zijn die piekmomenten. Ik zou het fijn vinden om iets ertussenin te hebben, niet iedere dag meer van hetzelfde, maar ook minder pieken.’

Foto: Luuk Steemers