Weg met social media!

Ik heb sinds 2012 een mobiele telefoon, ik was toen veertien jaar. Het abonnement voor de iPhone 4 stond op naam van m’n ouders. Ik voelde me er oud genoeg voor, en iedereen had er één. In korte tijd leerde ik dat het aantal vrienden dat je op de middelbare school had, overeenkwam met de hoeveelheid contacten in je telefoon. In de bijna zes jaar in het qwerty-tijdperk zijn m’n handen vergroeid met de toetsen van het glazen schermpje. ‘Ik op de iPhone’ is bijna m’n natuurlijke staat van zijn.

Hoeveel emojis er ook blijven komen, een appje wordt nooit een echt gesprek

En ik wil ervan af. Ik voel me niet verslaafd, maar ik voel me wél alleen. En dat komt omdat mijn telefoon, hoeveel emojis er ook blijven komen, nooit zo zal praten als een mens. Een reeks appjes is geen echt gesprek. Toen ik op de bank zat te praten met m’n ouders die me door de week best wel missen, gaven ze aan dat ze veel waarde hechten aan de appjes over hoe het met me gaat in Groningen. Maar ik werd er verdrietig van dat m’n moeder na zo’n appje zo graag betrokken wil zijn bij mijn leven dat ze mijn Facebook-tijdlijn afspeurt om de dingen te achterhalen die ik niet vermeld.
Het schermpje in mijn zak heeft zijn eigen klimaat gecreëerd. Het is er dor en dood. Emoties en alles wat we koesteren lijkt verdoezeld te worden voor het gemak. Ik wil dat mama me opbelt, omdat het niet gek is wanneer ze zegt dat ze me mist. Ik wil dat m’n vrienden stilstaan bij hoe ik me voel en ik wil zien hoe zij zich voelen, zonder dat één of ander algoritme bepaalt welke verhalen ik wel en welke ik niet onder ogen krijgt. Iedereen die om mij geeft doet er voor mij net zoveel toe. Ik ben wars van de led-zombies omdat ze alle kleur uit mijn wereld trekken. Ook al zit het soms niet mee, zoek me op. Ik wil er (in het) echt voor je zijn. Verruil de mensen om je heen niet voor een schermpje.